Als er ooit iets is gebeurd dat je niet kon verwerken, spreken we van een trauma. Een traumatische situatie waarin jij machteloos was, kan vele vormen hebben: scheiding, dood, pesten, ongeluk, mishandeling, misbruik, ontslag, enz. Misschien kun je het je niet voorstellen dat iets wat jaren geleden gebeurde, nu nog invloed op je heeft. Dat je door een oud trauma nu soms opeens uit je slof schiet of veel te hard werkt, bang bent om te vliegen, groepen mensen mijdt, slecht tegen harde geluiden kunt, slecht slaapt, last hebt van nachtmerries, confrontaties uit de weg gaat, enz. Toch is dat vaak zo.

Het kan zijn dat je wel weet dat je pijnlijke gebeurtenissen hebt meegemaakt, maar daar nooit over hebt kunnen praten. Het kan ook zijn dat je er wel over hebt gesproken met hulpverleners, maar dat daarmee je problemen niet over zijn. Ten slotte kan het zelfs zo zijn dat er zaken zijn gebeurd, die je helemaal niet meer weet. Hoe kan dat?

 

Vechten, vluchten, bevriezen

Simpel gezegd komt het erop neer dat moeder natuur ons beschermt tijdens een trauma. Als je niet kunt vechten of vluchten, is je laatste instinctieve optie te bevriezen. Je dissocieert en komt op afstand van je lichaam te staan. Je reptielenbrein schakelt je zoogdierenbrein uit, dus emoties worden niet gevoeld. Je bevriest. Dissociatie betekent dat ook je cortex, waarin o.a. je denk- en praatfuncties zitten, uitgeschakeld is. Dat is ten tijde van het trauma dus heel functioneel en bekend. In de volksmond zeggen we ‘de tijd stond stil’ en ‘het was zo erg, er zijn geen woorden voor’.

Na afloop van het trauma verdwijnt langzaam de dissociatie en associeer je weer met je lichaam. Het lijkt voorbij. Je leven gaat langzaam verder en het trauma zakt wellicht weg. Maar je lichaam heeft het allemaal meegemaakt. Terwijl jij op afstand stond, werd alles gezien, gehoord, gevoeld door je lichaam. En je lichaam onthoudt alles. Jaren later kun je getriggerd worden, waarop je lichaam reageert met stress­signalen: je hart gaat sneller, je ademhaling hoger, je spieren spannen zich aan en misschien word je zelfs duizelig of misselijk.

Waarschijnlijk snap je niet waarom en leg je niet direct de link naar iets dat ooit is gebeurd. Die link leggen doe je namelijk met je cortex en zoals gezegd, was je cortex uitgeschakeld op dat traumatische moment. Je kunt er moedeloos van worden. Gedachten komen op als: ‘Waarom doe ik dit? Ik weet dat ik het niet moet doen, ik wil het niet en toch doe ik het’. Begrip is één ding, maar het belangrijkste is natuurlijk dat je ervan af wilt. Vrij zijn, in je eigen kracht staan.

 

Traumaverwerking

Gelukkig zijn er vele therapievormen om je te helpen je trauma’s te verwerken. Het is belangrijk dat je die therapievorm kiest die goed voelt voor jou. Aan de ene kant van het spectrum staan simpelweg de reguliere cognitieve therapieën, die een mentale ingang kiezen.
Aan de andere kant de (meestal complementaire) lichaamsgerichte therapieën.

Daar tussenin ligt regressietherapie. Regressie staat voor herbeleving van een oud trauma tot het einde, voorbij het punt van dissociatie. Herbeleving totdat lichaam en geest volledig ervaren dat het voorbij is en je weer veilig bent. Dan kun je ontspannen en word je steeds minder getriggerd. In regressietherapie is je geest er volledig bij in de herbeleving. Zo houd je zelf de controle en vallen alle puzzelstukjes op hun plek en begrijp je waarom je deed wat je deed.

Tegelijkertijd worden de emoties van angst, verdriet en boosheid herbeleefd, gezien en erkend; daardoor ben je in staat ze los te laten. Als je met al je vezels ervaart dat jouw overleefgedrag niet meer nodig is, ontstaat in die veilige ruimte het gedrag dat echt bij jou hoort. Door in regressietherapie oude pijn en verdriet te ontladen, ontdooi je de in je lichaam bevroren herinneringen en maak je de foute film af tot het einde, tot het weer veilig is. Uiteindelijk wordt de lichamelijke stress – die misschien wel jarenlang in je lichaam heeft gezeten –door jezelf fysiek losgewerkt totdat het lichaam ontspannen is.

Zo gaat regressietherapie direct naar de kern en transformeer je zelf jouw probleem. Na afloop voel je je opgelucht en bevrijd. Deze rust en ontspanning werkt door op lange termijn, waardoor je kunt gaan leven in verbinding met je gevoel. Regressietherapie omvat dus het mentale, het emotionele en het lichamelijke vlak. Bovendien kun je tijdens regressiesessies ook terechtkomen in herbelevingen van trauma’s ten tijde van je geboorte of daarvoor. Tijdens de zwangerschap hebben stresshormonen van de moeder zeker effect op de foetus, net als roken, alcohol- of drugsgebruik.

 

Spiritualiteit

Tenzij je dat niet wilt, is het ook mogelijk dat er uit je onderbewuste spontaan ervaringen omhoog komen (niet gesuggereerd) die je niet direct kunt plaatsen. In de regressietherapie nemen we deze transpersoonlijke of spirituele ervaringen serieus. Het doorwerken van deze bijzondere ervaringen is uitermate bevrijdend. Naast dat het je probleem oplost, geeft het je een heel persoonlijke ervaring van de grotere werkelijkheid van tijd, ruimte en plaats die je met je denkvermogen niet kunt benaderen.

 

Voor wie?

Regressietherapie is voor iedereen geschikt die in staat is de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven te dragen, gemotiveerd is om zelf zijn probleem op te lossen en geen last heeft van ernstige psychiatrische stoornissen of een alcohol- of drugsverslaving.